Algemene beschrijving van het gebiedHet Fann gebergte (Fannsky Gory) is het noordwestelijk deel van het Pamir
gebergte. De Pamir vormt een zeer geïsoleerd gebied, dat het grootste deel van de
staat Tadzjikistan inneemt. Omdat het Pamirgebergte door de Karakoram, de Hindu
Kush en de Himalaya afgeschermd is van de moessons uit het Indische subcontinent
en omdat de afstand tot de Atlantisch Oceaan groot is, is de neerslag in dit
gebied gering (gemiddeld 260 mm per jaar). Daardoor is het gebied tot een hoogte
van 2000 meter een bergsteppe. Op hoogten tussen de 1500 en de 3500 meter treft men
bergweiden aan met jeneverbesstruiken (op enkele plekken zelfs
jeneverbesbossen). Boven de 4000 meter vindt men alleen steen, sneeuw of ijs. Algemene beschrijving van de tochtDe beschreven tocht heb ik met een groep gemaakt, die bestaat uit deelnemers
van een door HT wandelreizen georganiseerde reis (Tien Shan en Pamir). De tocht
werd begeleid door personeel van een locale reisorganisatie in Tashkent
(Oezbekistan), Asia Travel. Zij zorgden voor een gids (Victor), een keukenploeg
en ezels (eerste drie dagen) en dragers (alle zeven dagen).
Het reisverhaal van Pol van Mill in Op Pad (zie literatuur) komt overeen met het eerste deel van deze tocht (tot maandag 6 augustus). Hij gaat de pas niet over, hij keerde waaarschijnlijk (?) terug via dezelfde weg. Gedetailleerde beschrijving van de tochtIk heb deze tocht met Bart, Jin, Edith, Guus, Hans, Peter, Wiebe, Wiel en Yvonne gemaakt. Op vrijdagmiddag 4 augustus 2000 om 15.00 uur zijn we met een busje vanuit Samarkand in Artusch aangekomen.
We moeten wachten op het vertrek, omdat de ezels (en de ezeldrijvers) er nog niet zijn.
vrijdag 4 augustus 2000Om 17.00 uur vertrekken we vanuit Artusch (2200 m), we volgen het pad langs de rivier de Armus omhoog. Na ongeveer anderhalve uur komen we op een plateau
met meren, de Kulikonmeertjes. We volgen het pad langs de meren en we komen in het donker bij het
één na laatste meertje aan, waar we het eerste kamp (2900 m) maken.
zaterdag 5 augustus 2000Vanuit het eerste kamp volgen we een pad, dat omhoog gaat naar Alaudinpas (3850 m), dat ten oosten van kamp 1 ligt. De beklimming doen we in 3,5 uur, waarna we pauze hebben op de pas om van de uitzichten terug en vooruit te genieten. Daarna volgen we het pad naar beneden gedurende een uur. Halverwege de helling hebben we een grote lunchpauze. Na de lunch lopen we in anderhalve uur naar de beeldschone Alaudin meertjes, die er van bovenaf gezien diepblauw uitzien.
Even ten zuiden van deze meertjes, op een
eindmorene (van een vroegere gletscher) is ons tweede kampeerplek (2800 m), die
we rond 16.00 uur bereiken. zondag 6 augustus 2000Die ochtend maken we eerst een tocht van ongeveer 2 uur rondom de Alaudinmeertjes. Omstreeks 11.00 uur starten we met de echte tocht omhoog vanuit ons kamp.
We volgen het pad over een oude zijmorene omhoog, waarbij we nog eenmaal water
tappen uit de rivier, die onder de eindmorene verdwijnt (om later bij de
Alaudinmeertjes weer boven de grond te komen). Onderbroken door enkele pauzes
lopen we enkele uren omhoog totdat we bij het grijze Mutnoje meer uitkomen. De
waterstand in het meer is hoog, waardoor de oversteek over de losse stenen
moeilijk zal worden. Victor besluit daarom rondom het meer te lopen om het kamp
te bereiken, dat aan de overkant van het meer ligt. Nadat we over de stenen
langs het water aan de ander kant van het meer zijn gekomen, moeten wij nog een
kale smeltwatervlakte van grind met ondiepe geulen (sandr) en een zeer koude
gletscherbeek oversteken. Dan bereiken we omstreeks 15.00 uur ons nieuwe kamp,
dat op 3600 meter hoogte onder de gletscher ligt.
maandag 7 augustus 2000We vertrekken omstreeks half negen vanuit het kamp.
De ezels zijn de komende dagen niet meer bruikbaar en zij zijn gistermiddag al teruggekeerd. Vandaag dragen de dragers alle bagage naar boven. In een grote boog klimmen we de gletscher op, die goed te belopen is omdat er geen spleten zijn en omdat hij door de vele stenen niet glad is. Daarna steken we de gletscher schuin over en komen we aan de rechterkant van de gletscher aan omstreeks 11.30 uur. Na een lange pauze met lunch beginnen we omstreeks twee uur in de middag aan de beklimming van de helling naast de gletscher, die bestaat uit losse stenen. We zwoegen een
uur zigzaggend over het losse puin omhoog, voordat we de kampeerplek op 4500
meter bereiken, dicht onder de Chimtargapas. Vanuit onze kampeerplek hebben we
een mooi uitzicht op het Fann gebergte. dinsdag 8 augustus 2000
Deze dag is de zwaarste dag. We lopen immers op grote hoogte en het terrein bestaat uit veel los puin. Om 8.45 uur vertrekken we vanaf ons hoogste kamp naar de Chimtarga pas (4740 m), die we omstreeks 10.00 uur bereiken. De uitzichten naar beide kanten zijn mooi, maar het is ijzingwekkend koud (rond 0° C). Rechts van ons doemt de Chimtarga (5489 m) op en links van ons de Energia (5120 m).
Door los steen lopen we langs de flank van een helling langzaam het nieuwe dal in. We komen door dit losse spul boven aan een helling boven het dal, waarna we langs een steile puinhelling (een "elevator" volgens Victor) achter elkaar (als een treintje) met het schuivende puin mee naar beneden schuiven. Vrij snel bereiken we het dal. Na een lunchpauze vervolgen we de tocht door het dal van de Zindon, waar ik de rivier op een vlak stukje zie meanderen.
Rond 17.00 uur komen we bij het Bollshoi Allomeer aan, dat op
3150 meter hoogte ligt. Op de helling langs dit bergmeer vinden we enkel vlakke
plekjes, waarop ons nieuw kamp wordt ingericht.
Deze dag houden we een rustdag bij het Bollshoi Allomeer.
In de middag had ik
gepland met een paar mensen nog een korte wandeling van ongeveer 2 uur in een
zijdal te ondernemen, maar door de aankomst van wolkenvelden met enige regen
zien we van dit plan af.
We vertrekken rond half negen vanaf onze kampeerplek bij het meer. Het eerste
half uur moeten over grote blokken steen lopen, voordat we langs paadjes met
kleine steentjes kunnen afdalen. We komen in het dal van de Zindon terecht, die
door een kloof stroomt. Vanaf half twaalf tot twee houden we weer een lange
lunchpauze op het eerst echt groene grasveldje. Daarna volgen we grotendeels een
pad door het dal, waarbij we langzaam in de bewoonde wereld komen: de eerste
huizen worden zichtbaar. Om vier uur 's middags komen we op onze nieuwe
kampeerplek, dichtbij een dorp, op 2350 meter hoogte.
Vanaf de kampeerplek volgen we het pad, dat het dal naar beneden induikt. Na 40 minuten lopen komen we in een groter dal en dan lopen we nog een klein stukje om de verharde weg te bereiken, waar een busje staat die ons ophaalt. Met champagne, rode wijn en vers fruit worden we ontvangen en half beschonken stappen we in het busjes, die ons terugbrengt naar Taskjent.
LiteratuurFrith Maier Bradley Mayhew, Richard Plunkett & Simon Richmond A. Kroussanov, M. Samarski, V. Sergeyev & A. Wielochowski Pol van Mill KaartmateriaalTopografische Kaart Kochistan 1:110.000 A. Kroussanov, M. Samarski, V. Sergeyev & A. Wielochowski Links over wandelen in Tadzjikistan/PamirgebergteDit onderdeel wordt nog aangevuld ! Deze pagina is het laatst aangepast op maandag 21 september 2009. Voor aanvullingen of reacties, stuur mij een email: email : Fred Triep
|