|
||||
|
In de wandelgids voor Oost Vlaanderen worden 25 wandelingen in die streek beschreven. De wandelingen variëren in lengte tussen de 4 en 13 kilometer. De wandelingen zijn geselecteerd door Luc West in samenwerking met de Vlaamse VVV, Toerisme Oost Vlaanderen en ze zijn geconcentreerd in 5 verschillende streken. Dit duidt op 2 dingen, de VVV wil meer toeristen en de daarmee samenhangende inkomsten aantrekken of het land is zo mooi dat er veel meer mensen van kunnen genieten. Een goede reden om er maar eens te gaan kijken. De auteur geeft in het boek nog wel de aanbeveling om de beschrijvingen van de extra gegevens en de route thuis al te lezen zodat je onderweg alles op kan merken dat de aandacht verdient. Een aantal waar te nemen vogels kan in een gids als deze natuurlijk ook niet uitgebreid vermeld worden en daardoor kun je er in de praktijk, buiten in de vrije lucht, wel een aantal missen.
Bij sommige wandelingen wordt je er van te voren voor gewaarschuwd dat het op een mooie dag heel druk kan zijn. Vooral veel dagjesmensen zullen op die bepaalde dag (feest- of weekenddag) van de buitenlucht en de omgeving komen genieten. En waarom niet, de rust zoekende wandelaar loopt op die dag dan maar een andere wandeling. De wandelingen zijn zonder pauzes en aandacht voor de natuur maximaal 2 uur lang, maar met die lengte kan je eenvoudig meerdere wandelingen combineren tot een wandeldag. Het gebruik van een voiture is daarbij dan wel onontbeerlijk. Want ook deze auteur vermeld geen OV route en lijnnummers bij zijn wandelingen en komt niet verder dan dat er een autoroutebeschrijving aan het verhaal is toegevoegd. Dat de wandelingen op een dag te combineren zijn heeft de auteur dan ook terecht in zijn boek vermeld. Een aardige voorzet van de auteur wordt gevormd door het feit dat hij inhaakt op de Bourgondische inslag van de Vlamingen en een aantal suggesties doet voor een maaltijd aangevuld met een fles wijn. Maar tafel dan tijdens de wandeling niet te zwaar zoals ikzelf gedaan heb, want dan is wandelen meer je ene been voor de andere zetten om je uitgangspunt weer te bereiken en niet echt meer iets om van te genieten.
Al met al vormt deze gids een aardige handleiding om bij onze Belgische zuiderburen een aantal wandelingen te maken. De gids is voorzien van eenvoudige kaartjes, met steeds weer een verschillende schaal, maar gezien de gemiddelde lengte van de wandelingen is dat niet echt een probleem. Voorin het boek is een kaart te vinden waar de 25 wandelingen overzichtelijk zijn weergegeven. De beschrijving is gezet in een duidelijke maar ouderwest ogende letter. Er is weinig extra informatie aan de beschrijvingen toegevoegd, een deel staat gewoon tussen de routebeschrijving in vermeld. Als je niet van de kaart kunt lezen dan moet je steeds blijven lezen en daar staat dan soms weer wat anders dan de beschrijving van de route vermeld. Sommige routes zijn gemarkeerd, andere voor een deel en sommige in het geheel niet.
Het bureau voor toerisme in Oost-Vlaanderen is voor hen die na deze 25 wandelingen het gevoel hebben dat dit naar meer smaakt, gaarne bereid meerdere suggesties aan te dragen.
De doelgroep
De doelgroep wordt gevormd door wandelaars, natuurliefhebbers en toeristen, die al of niet op doorgang zijn door deze streek en inwoners van Vlaanderen. Maar of de Belgen wel zoveel wandelen is niet echt duidelijk. Want op een mooie lentedag ben ik langs het De Smetpad en de Zwalm, geen andere wandelaars tegengekomen.
Gegevens
Wandelgids voor Oost - Vlaanderen
Uitgeverij Lannoo, Tielt, 1996
ISBN 90-209-2874-4